Hoofdtooi versierd met gouden bladeren; 2600-2400 BC; goud, lapis lazuli en carneool; lengte: 38,5 cm; van de Koninklijke Begraafplaats op Ur; Metropolitan Museum of Art (New York City) Het belangrijkste archeologische bewijs komt van de Koninklijke Begraafplaats van Ur, waar honderden begrafenissen uit 2900-2300 v. Chr. werden opgegraven; graven zoals die van Puabi bevatten een veelheid aan artefacten in goud, zilver en halfedelstenen, zoals lapis lazuli kronen versierd met gouden beeldjes, nauwsluitende halskettingen en spelden met een juweelhoofd. In Assyrië droegen zowel mannen als vrouwen uitgebreide hoeveelheden sieraden, waaronder amuletten, enkelbanden, zware meerstrengshalskettingen en cilindersloten. Bezoek voor meer informatie over horloges, sieraden en juwelen de website van Quickjewels. Juwelen in Mesopotamië werden meestal vervaardigd uit dunne metalen bladeren en werden gezet met grote aantallen felgekleurde stenen (voornamelijk agaat, lapis, carneool en jaspis). Favoriete vormen waren bladeren, spiralen, kegels en druiventrossen. Juweliers creëerden werken voor zowel menselijk gebruik als voor het versieren van beelden en afgoden. Ze maakten gebruik van een grote verscheidenheid aan geavanceerde metaalbewerkingstechnieken, zoals cloisonné, gravure, fijne granulatie en filigraan. Uitgebreide en zorgvuldig bijgehouden gegevens over de handel en vervaardiging van juwelen zijn ook opgegraven in de Mesopotamische archeologische vindplaatsen. Zo is in het koninklijk mari-archief de samenstelling van verschillende juwelen vastgelegd: Sumerische collier kralen; 2600-2500 v.Chr.; goud en lapis lazuli; lengte: 54 cm; Metropolitan Museum of Art Ketting; 2600-2500 VC; goud en lapis lazuli; lengte: 22,5 cm; Koninklijke begraafplaats op Ur (Irak); Metropolitaan Kunstmuseum Paar of oorbellen met spijkerschrift inscripties, 2093-2046 VC; goud; Sulaymaniyah Museum (Sulaymaniyah, Irak) Sumerische kettingen en hoofddeksels ontdekt in de koninklijke (en individuele) graven van de Koninklijke Begraafplaats in Ur, die de manier tonen waarop ze kunnen zijn gedragen, in het British Museum (Londen) Griekenland Opengewerkt haarnet; 300-200 v.Chr.; goud; diameter: 23 cm, diameter van het medaillon: 11,4 cm; onbekende herkomst (naar verluidt uit Karpenissi (Griekenland)); Nationaal Archeologisch Museum (Athene) Sieraden van 600 tot 475 v.Chr. zijn niet goed vertegenwoordigd in het archeologisch dossier, maar na de Perzische oorlogen is de hoeveelheid sieraden weer toegenomen. Een bijzonder populair type ontwerp in deze tijd was een armband versierd met slangen- en dierenkoppen. Omdat deze armbanden aanzienlijk meer metaal gebruikten, werden veel exemplaren van brons gemaakt. In 300 voor Christus hadden de Grieken het maken van gekleurde sieraden en het gebruik van amethist, parelmoer en smaragden onder de knie. Ook verschenen de eerste tekenen van cameo’s, waarbij de Grieken ze maakten van Indiase Sardoniex, een gestreepte bruine roze en crème agaat steen. Griekse juwelen waren vaak eenvoudiger dan in andere culturen, met eenvoudige ontwerpen en vakmanschap. Naarmate de tijd vorderde, werden de ontwerpen echter steeds ingewikkelder en werden er al snel verschillende materialen gebruikt. Juwelen werden in Griekenland nauwelijks gedragen en werden meestal gebruikt voor publieke optredens of bij speciale gelegenheden. Het werd vaak cadeau gegeven en werd voornamelijk door vrouwen gedragen om hun rijkdom, sociale status en schoonheid te laten zien. De sieraden werden vaak verondersteld de drager te beschermen tegen het “Kwaadaardige Oog” of de eigenaar te voorzien van bovennatuurlijke krachten, terwijl anderen een religieuze symboliek hadden. Oudere juwelen die gevonden werden, waren opgedragen aan de Goden. |
https://www.quickjewels.nl/ |